(Fr)uitgelicht: De diefstal van een ‘seker quantiteit appelen’ in het Poperinge van 1637
Binnen het LEADER-project ‘Fruitig erfgoed' coördineert CO7 in 2024 het historisch onderzoek naar materiële en immateriële sporen van hoogstamfruitboomgaarden in de streek. Hiervoor gebruiken we heel diverse bronnen. In de rubriek ‘(fr)uitgelicht’ laten we de rijkdom van diverse bronnen zien en wat ze ons kunnen leren over fruit in het verleden. De eerste bron is een zeventiende-eeuws procesdossier.
‘Waarom hebt ghij mij die schande aengedaen van tmijnen huisbesouck’? Dat was de vraag die Jan Quintereel aan Christiaen de Wulf stelde na een vrij opmerkelijk huisbezoek aan het adres van Quintereel. In de winter van 1637 bemerkte de Wulf dat een ‘seker quantiteit appelen’ mysterieus was verdwenen van zijn zolder. De man herinnerde zich niet dat zijn gezinsleden gebruik zouden maken van zoveel appelen, dus de afwezigheid van de vruchten baarde hem zorgen. De onbekende voetsporen nabij zijn huis maakten de zaak alleen nog maar verdachter. De Wulf besloot de voetsporen te volgen en kwam terecht bij het huis van Quintereel. De Wulf voelde wellicht aan dat er een luchtje aan de hele zaak zat en rapporteerde de situatie bij de lokale veiligheidsdienst. Na een speurtocht in het huis van Quintereel ontdekten ze uiteindelijk de gestolen appelen, waarna ze de man vervolgens in gevangenschap namen.
Dit verhaal komt uit de uitgebreide collectie processtukken die in het stadsarchief van Poperinge worden bewaard. Wat deze bron zo uitzonderlijk maakt, is dat het de rassen van de gestolen appels beschrijft. Volgens wat er in deze bron staat, ging het om ‘diversche specien als iserynge, outterlynge, campygne en succerein ende andere roode appelen’. Het voorval geeft ons onrechtstreeks een inzicht in welke appelrassen aanwezig waren in de streek van Poperinge. Op deze manier helpt deze bron ons dus met de identificatie van oude historische fruitrassen.
Een grote uitdaging bij dit soort bronnen is het handschrift, dat zeer moeilijk leesbaar is. Zeker zeventiende-eeuwse handschriften, zoals in dit geval, maken gebruik van afkortingen en spellingswijzen die vandaag onbekend zijn. Paleografie, de wetenschap die zich bezighoudt met de ontcijfering van oude handschriften, is een handig hulpmiddel bij dit soort bronnen. Websites zoals Transkribus of Wat staat daer helpen je bij deze vertalingsoefening. Dat zijn dus meestal goede instrumenten om je op weg te helpen met het begrip van moeilijk leesbare teksten.
Een van de eerste stappen binnen historisch onderzoek is de samenstelling van een bronnencorpus. Dat is de verzameling van historische bronnen die je gebruikt voor het onderzoek. Binnenkort zal je op onze website regelmatig nieuwe bronnen zien verschijnen die we gebruiken bij het historisch luik van ‘Fruitig erfgoed’. Hou onze communicatiekanalen in de gaten om op de hoogte te blijven van onze (fr)uitgelichte bronnen!
Deze bron is te vinden in het stadsarchief van Poperinge. Bekijk de collectie hier.