De Roo Balie in Vlamertinge

Luc Adriaen voor De Roo Balie in Vlamertinge

©SV

VLAMERTINGE - In 2021 viert CO7 zijn 15-jarig bestaan... En hoe! In elk van de 7 gemeenten kloppen we aan bij huisnummer 7 of 15. In deze Preus brengen we een bezoekje aan de Roo Balie in de Groenejagersstraat 15 in Vlamertinge. “Deze historische hoeve is al sinds 1769 onafgebroken eigendom van de familie Adriaen. Hoewel de hoeve De Roo Balie voor mij een tweede verblijf is, maakte ik het voornemen om dit historisch gebouw te blijven onderhouden”, aldus Luc Adriaen.

 

Van waar de benaming van de hoeve: de Roo Balie?

Luc AdriaenLuc: “De hoeve lag aan de grens van de vroegere Casselrij Ieper met de Casselrij Veurne waardoor vermoed wordt dat er hier in het Ancien régime een tolhuis was. Vandaar het woord ‘balie’. Vast staat, dat doortrekkende legers oplegden de balie rood te schilderen als herkenningspunt. De hoeve en gronden waren deel van verschillende ‘heerlijkheden’, zoals de Heerlijkhede Crommenelst met het kasteel waar nu de watertoren staat. Hoewel er pas vanaf de 17de eeuw documenten bewaard zijn gebleven, weten we dat de oorsprong van de hoeve teruggaat tot de 16de eeuw. Zelf vond ik hier geëmailleerd aardewerk en overblijfselen van een handmolensteen uit die tijd terug. Typisch voor de 16de eeuw is ook de opsplitsing in een hooghof en een neerhof. Op luchtfoto’s uit de Eerste Wereldoorlog is ook dat hooghof en neerhof te zien. Het neerhof liep tot aan de straat en waar de haag nu staat, was een lange schuur. Daarnaast stond een hopast. Spijtig genoeg kunnen we tegenwoordig niet meer zien hoe groot de hoeve was, want door brand en beschietingen in 1918 is alleen nog het hooghof origineel. In het huidige dak is wel nog een hoogteverschil merkbaar.

«

De hoeve lag aan de grens van de vroegere Casselrij Ieper met de Casselrij Veurne waardoor vermoed wordt dat er hier in het Ancien régime een tolhuis was. Vandaar het woord 'balie'. Vast staat, dat doortrekkende legers oplegdende balie rood te schilderen als herkenningspunt.

»

Welk familieverhaal schuilt er achter de hoeve in Vlamertinge?

“In 1769 werd de Roo Balie gekocht door mijn voorvader Joannes-Baptiste Van Heule – Coolsaet. Tot op vandaag is het goed in de familie gebleven: tot 1910 rechtstreeks van vader op zoon of dochter Van Heule. In 1910 kwam het in bezit van Cyriel Ampe, een neef van de familie Van Heule. Van 1923 tot nu ging de hoeve verder over van grootvader Hendrik Adriaen, ook neef Van Heule, naar vader Fernand Adriaen en mezelf. De familie Adriaen is eigenlijk afkomstig van Ariën-aan-de-Leie, nu Aire-sur-la-Lys in Frankrijk. De landbouwers familie belandde in de 16de eeuw in Poperinge en verbleef er tot het begin van de 19de eeuw. Mijn voorvader Franciscus Adriaen week toen uit naar Dikkebus. In 1867 huwde diens zoon Petrus Adriaen in Vlamertinge met Sophie Cannaert, dochter van Petrus Cannaert en Maria Theresia Van Heule. Een jaar na hun huwelijk volgde een zoon: Hendrik Adriaen, mijn grootvader. Door de plotse dood van zijn vader Petrus kort na zijn geboorte, na een noodlottig ongeval met paard en ploeg in 1868, kwam Hendrik veel in contact met zijn groottantes en -ooms Van Heule die op de Roo Balie verbleven en ongehuwd waren. De dood van zijn vader was voor Hendrik de aanleiding om voor veearts, in de volksmond ‘peirdenmeester’, verder te studeren. Die studie werd trouwens ook door de groottantes Van Heule bekostigd. In 1893 startte hij zijn veeartsenpraktijk in de Roo Balie, tot hij in 1896 naar Poperinge trok. De hoeve bleef in het bezit van de familie."

Heb je zelf interesse in erfgoed?

“Absoluut. Hoewel ik al een hele tijd in Buggenhout woon, en de hoeve voor mij een tweede verblijf is, maakte ik het voornemen om dit historisch gebouw te blijven onderhouden. Mijn grootvader Hendrik Adriaen was naast zijn job als veearts een fervent amateurhistoricus, en daarnaast ook een legendarische verzamelaar. Hij was zeer begaan met de geschiedenis en stond in de streek bekend als ‘dé archeoloog’. Doorheen zijn leven legde hij een aanzienlijke heemkundige verzameling aan. Ook mijn broers Johan en Mark erfden niet alleen deze volkskundige microbe, maar zijn eveneens gebeten door de verzamelmicrobe. In de jaren ’50, na de dood van onze grootvader, hielden we zelfs een tijdje een museum open in de Goudenhoofdstraat in Poperinge. Ook hielden we doorheen de jaren lezingen en voordrachten over allerlei volkskundige thema’s, en zetten we ook een aantal tijdelijke tentoonstellingen op poten, bijvoorbeeld over de tabaksteelt en de pottenbakkerij Dupont. Van jongs af aan delen we een voorliefde voor aardewerk, nog zoiets dat overgeleverd werd via de genen. Zo volgde ik een opleiding pottenbakken. In de tuin voor de hoeve wijdde ik een zelfgecreëerd monument in, waarin ik het zelfportret van de hand van mijn grootvader in keramiek namaakte”, aldus nog Luc.

© SV

Luc Adriaen bij gedenksteen Hendrik Adriaen Luc Adriaen bij de poort

Contactpersonen